Feiten en
kengetallen mbt biodiversiteitsverlies
bossen in Estland en Letland door winning hout en houtpellets
Bron: onderzoekrapport
“De duistere kant van een houtpellet. Verregaande effecten van houtkap in
Estse en Letse bossen” ELF en LOB,
december 2020
1. Stijging volume gekapt hout in Estland in 10 jaar met een factor 3
Het volume gekapt hout in Estland bedroeg in 2008 4,6 miljoen kubieke meter per
jaar (2,3 miljoen ton per jaar) en is binnen 10 jaar bijna met een factor drie
gestegen tot 12,7 miljoen kubieke meter (6,3 miljoen ton) per jaar in 2018. Zie
onderstaande grafiek (2 m3 hout = 1 ton hout). Letland kende al halverwege de
jaren negentig een vergelijkbare stijging.
2. Verhoging jaarlijks percentage gekapt bosareaal (middels kaalkap) in 10 jaar met factor 3 (nu jaarlijks 1.5%)
In Estland werd in 2008 jaarlijks 0,5% van het totale bosareaal (2.3 miljoen ha) gekapt . Dit steeg tot 1,5% (ca 33.000 hectare[1]) in 2018. De intensiteit van de boskap is met een factor 3 toegenomen. Een vergelijkbare trend is te zien in Letland met 0,9% van het totale bosareaal (ca 3 miljoen ha) in 2008 en 1,4%. in 2018 (ca 42.000 hectare[2]). Met het huidige tempo wordt in de komende 10 jaar 15% van het bos gekapt. Dat is in komende 10 jaar een zevende deel van het totale bosareaal.
3. 25% verlies aan bosvogels in 20 jaar in Estland (gemiddeld jaarlijks 1.25%)
Geschat wordt dat Estland de afgelopen twee decennia een kwart van zijn bosvogels heeft verloren. Dat is een afname van 1.25% per jaar (Red: dat gaat gelijk op met jaarlijks verlies aan bosareaal). De afname is onder meer waargenomen bij lokale, niet-trekvogels (standvogels) in het bos. Daarom is de reden voor de afname ook te wijten aan veranderingen in de lokale omgeving en hun leefgebieden. Geschat wordt dat elk jaar ongeveer 55.000 vogelparen verloren gaan in de Estse bossen. Tot de afnemende soorten behoren korhoen, auerhoen, havik, bosleeuwerik, boompieper en vele anderen.
4. Afname Hazelhoen van 80% in 13 jaar en van Zwarte Ooievaar van 79% in 30 jaar in Letland. Beide beschermde vogels.
De gemeenschappelijke monitoring van broedvogels in Letland is begonnen in 2005. Twee feiten:
a. Gedurende deze periode heeft Hazelhoen (Hazel Grouse), een inheemse bosvogelsoort, de sterkste daling doorgemaakt: -79% van 2005 tot 2018 (periode van 13 jaar).
b. Een van de meest charismatische bosvogels van Letland heeft ook de Zwarte Ooievaar kende een dramatische daling van 60% in de periode 1989-2018 (30 jaar). Het is opmerkelijk dat beide soorten speciaal worden beschermd in de EU (opgenomen in bijlage I van de vogelrichtlijn), en als zodanig moeten alle acties die de habitats van deze vogels beschadigen, worden vermeden vanuit zowel wetgevend als ethisch-ecologisch oogpunt.
5. Afname areaal oerbossen in de laatste 10 jaar met 14% (gemiddeld jaarlijks 1.4%)
Geschat wordt dat er in Estland 46.700 hectare aan oerbossen verspreid in het boslandschap is (dat is 2% van het totale bosoppervlak van 2.3 miljoen ha). Niettemin is het areaal het afgelopen decennium met 14% afgenomen als gevolg van de houtkap (dwz gemiddeld 1.4% per jaar). Zie pagina 15 rapport: “In het afgelopen decennium is 14% van de oerbossen van het land zodanig aangetast dat ze niet langer als oerbos kunnen worden beschouwd.” De vliegende eekhoorn, auerhoen, zwarte ooievaar en honderden mossen, schimmels en korstmos soorten worden in hun voortbestaan bedreigd. Oerbossen herbergen deze soorten die niet kunnen overleven in actief beheerd boslandschap.
6. Slechts 42% van de belangrijkste habitats in Estland 42% in kaart gebracht (gekarteerd)
Ondanks het belang van de belangrijkste habitats voor het behoud van de biodiversiteit, worden deze boshabitats continu gekapt omdat, deels vanwege hun onvolledige kartering (in Estland, werd ongeveer 42% in kaart gebracht rond de eeuwwisseling), en deels vanwege gedifferentieerde beschermingsvereisten voor boseigenaren. Dat wil zeggen, de habitats worden beschermd in de staatsbossen, maar niet in privébossen, die ongeveer de helft van het totale bosgebied uitmaken.
7. Kartering habitats in Letland verwijderd uit de
database van Staatsbosbeheer
In Letland werden de habitats aanvankelijk in kaart gebracht, maar later
verwijderd uit de database van Staatsbosbeheer. Daarbij werd de bescherming of
het oogsten ervan overgelaten aan de beheerder van de staatsbossen van Letland,
‘Latvijas valsts meži’. Hoewel de meeste esssentiele habitats in het bos moeten
overeenkomen met de habitats van bijlage I van de Habitatrichtlijn, die
momenteel in Letland in kaart zijn gebracht, worden ook deze niet beschermd
tegen mogelijke oogst, tenzij ze worden opgenomen in Natura 2000-gebieden of
microreservaten.
8. Verband groeiende vraag biomassa en intensievere houtkap
Dat de groeiende vraag naar energie uit biomassa heeft geleid tot intensievere
houtkap, wordt bevestigd door het bestuurslid en voormalig voorzitter van de
Estonian Forest and Wood Industries Association, Jaak Nigul (zie pagina 12
rapport). Hij stelde dat de toenemende vraag naar laagwaardig hout voor
energiedoeleinden:
1. boseigenaren stimuleert om hun bossen intensiever te beheren, d.w.z.
2. bijdraagt aan de toename van de nationale houtkap-volumes, en
3. daarmee het aanbod van hoogwaardig hout vergroot, zoals gezaagd hout;
Biomassasubsidies en -prikkels op basis van de EU-richtlijn hernieuwbare
energie hebben de economische waarde verhoogd van wat anders laagwaardig hout
zou zijn, wat bijdraagt aan meer houtkap in Estland
9. Percentage bos met specifieke beperkingen voor houtkap
Estland:
- voornamelijk beheerd voor de houtproductie (74.4%);
- gedeeltelijke beperkingen mbt houtkap (11.5%);
- strikt beschermd (14.1%).
Letland:
- voornamelijk beheerd voor de houtproductie (86.4%);
- gedeeltelijke beperkingen mbt houtkap (6.6%);
- strikt beschermd (7%).
10. Afgifte van houtkapvergunningen voor 22% van totale oppervlakte van Natura
2000-netwerk in periode 2009-2018
Volgens de gegevens die zijn verkregen van de Environmental Board (Milieuraad)
van Estland, waren er tussen 2009 en 2018 vergunningen voor houtkap afgegeven
voor 82.411 hectare binnen Natura 2000-gebieden. Dit komt neer op 22% van de
totale oppervlakte van Natura 2000-netwerk in Estland. Zie foto pagina 17:
11. Passende effectbeoordeling van houtkap in Natura 2000 in Estland
niet geïmplementeerd
Hoewel de Vogel- en Habitatrichtlijnen van de EU, die van toepassing zijn op Natura
2000-gebieden, een passende effectbeoordeling vereisen van de kap van bossen in
het netwerk, is de vereiste voor boskap in Estland niet geïmplementeerd.
12. Verlichting beperkingen houtkap in Natura 2000 in laatste 5 jaar
Veel beperkingen op het kappen van bossen in Natura 2000 zijn in de afgelopen
vijf jaar verlicht. Zo is kaalkap nu bijvoorbeeld toegestaan in veel
Natura 2000-boshabitats die volgens de Habitatrichtlijn moeten worden
beschermd.
13. Intensief bosbeheer en export van biomassa blokkeren het halen van de doelstelling
klimaatneutraliteit
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat intensief bosbeheer en export van biomassa
voor grote problemen zorgen voor Estland en Letland om de ambitieuze
doelstellingen voor klimaatneutraliteit te halen.
Onder het huidige beleid zullen het Estse landgebruik en de bossen in 2034 in
plaats van CO2 vast te leggen CO2 gaan uitstoten.
14. Duurzaamheidscertificaten bieden onvoldoende bescherming tegen
biodiversiteitsverlies
Geen van de veelgebruikte certificaten in Estland of Letland bieden
voldoende bescherming tegen biodiversiteitsverlies in verband met de
intensiteit van de houtkap, waaraan de handel in biomassa bijdraagt.
Reacties
Een reactie posten